Onzichtbare darmaandoeningen blijken vaak ook moeilijk bespreekbaar
De impact van het prikkelbare-darmsyndroom (PDS), proctologische aandoeningen zoals aambeien en anale kanker wordt vaak stevig onderschat. Gastro-enteroloog en proctoloog dr. Magali Surmont (VUB) benadrukt dat die aandoeningen niet ‘tussen de oren’ zitten. De campagne van de Warmste Week, die dit jaar op onzichtbare aandoeningen focust, is de ideale aanleiding om ze onder de aandacht te brengen. Volgend jaar verschijnt haar boek over deze materie.
Wie met PDS leeft, draagt een onzichtbare last”, zegt Surmont. “Er is vaak niets te zien op scans of in bloedresultaten, maar de pijn en schaamte zijn reëel. Het is een silent struggle die we als samenleving beter moeten begrijpen.”
Het prikkelbare-darmsyndroom (PDS) is een van de meest voorkomende aandoeningen van de zogenoemde Disorders of Gut–Brain Interaction (DGBI), vroeger bekend als ‘functionele’ maag-darmaandoeningen. Wereldwijd heeft meer dan veertig procent van de bevolking minstens één DGBI; zo’n vijf procent lijdt aan PDS. De oorzaak ligt in de verstoorde communicatie tussen hersenen en darmen, de hersen-darm-as. Via zenuwen, immuuncellen en het microbioom worden voortdurend signalen uitgewisseld. Verschillende factoren zoals voeding, stress, een doorgemaakte infectie en dergelijke kunnen dat evenwicht verstoren.
"Bij het prikkelbare-darmsyndroom gaat om een problematische functie – en dat zie je niet op een scan of in een bloedbeeld"
“Een knoop in de maag of vlinders in de buik zijn geen beeldspraak”, legt Surmont uit. “Er is wel degelijk een link tussen hersenen en darmen, beter bekend als de hersen-darm-as. Het is dus biologie: emoties beïnvloeden rechtstreeks hoe onze darmen functioneren.”
Patiënten hebben buikpijn, vaak met geassocieerde symptomen als een opgeblazen gevoel en vermoeidheid. Klassieke onderzoeken zijn negatief of laten uitschijnen dat alles normaal is, omdat het niet om een probleem van de ‘vorm’ gaat, maar om een gestoorde, afwijkende of problematische functie. En net die functie pak je niet op een scan of in een bloedbeeld. Dat leidt soms tot frustraties bij de patiënt en tot onbegrip bij de omgeving. Want ‘er is niets’. “Een normale coloscopie betekent niet dat de patiënt gezond is. De klachten zijn reëel, maar we kunnen ze niet capteren op een scan of in een bloedbeeld.”
De behandeling ervan is maatwerk en richt zich op verschillende niveaus: aangepaste voeding (zoals het FODMAP-arm-dieet), darmgerichte medicatie en therapieën die de pijnverwerking beïnvloeden. PDS is chronisch, maar doorgaans goed beheersbaar.
Proctologische aandoeningen: een taboe dat letterlijk pijn doet
Aandoeningen aan de anus, zoals hemorroïdaal lijden (problemen met aambeien) of fissuren (scheurtjes), treffen een groot deel van de bevolking. Ongeveer één op vier mensen ervaart ooit hemorroïdaal lijden, en één op tien krijgt te maken met een fissuur. Toch zoeken veel mensen geen hulp uit schaamte. “Er heerst nog altijd gêne om over de anus te praten”, zegt Surmont. “De realiteit is dat de klachten het dagelijks leven sterk kunnen beperken. De geneeskunde stopt niet waar de stoelgang begint.”
Een proctologisch onderzoek is eenvoudig en kan snel tot oplossingen leiden. Vroegtijdige raadpleging voorkomt vaak langdurige pijn en onnodige angst.
Anale kanker: zeldzaam maar in opmars
Anale kanker blijft zeldzaam, met ongeveer driehonderd nieuwe gevallen per jaar in België, maar het aantal diagnoses stijgt. De ziekte wordt vaak maar laat ontdekt omdat patiënten zich schamen of denken dat het om een onschuldige aambei gaat. Vaak komt de kankerdiagnose pas als de klachten – bloedverlies, pijn, een bolletje, ‘iets aan de poep’ - lang blijven aanslepen.
De belangrijkste oorzaak is het humaan papillomavirus (HPV), een virus gelinkt aan verschillende kankers, waaronder baarmoederhalskanker. HPV-infecties komen veel voor: tachtig procent van de mensen raken geïnfecteerd eens er seksueel contact is. Meestal ruimt het immuunsysteem het virus vanzelf op, maar bij een minderheid blijft de infectie jarenlang aanwezig en kan ze kanker veroorzaken. “HPV merk je niet, maar het kan levensveranderend zijn”, waarschuwt Surmont. “Het taboe rond anale kanker zorgt ervoor dat mensen te laat hulp zoeken. Dat kost levens.”
Bepaalde groepen lopen een verhoogd risico op anale kanker, vooral mensen met een verzwakt immuunsysteem. Denk maar aan HIV-positieve personen, patiënten die een donororgaan ingeplant kregen en vrouwen met HPV-gerelateerde letsels van de baarmoederhals, vagina of vulva. Mannen die seks hebben met mannen (MSM) met HIV hebben zelfs een risico dat tot honderd keer hoger ligt dan bij de algemene bevolking. Toch wordt in Europa en Noord-Amerika het merendeel van de gevallen vastgesteld bij vrouwen zonder HIV, meestal rond de leeftijd van zestig jaar. Bij hen kan HPV zich vanuit de vagina naar de anus verplaatsen, ook zonder anale seks, wat dus niet in alle gevallen een specifieke risicofactor is. De absolute kans blijft laag (ongeveer 2,3 per 100.000 persoonsjaren), maar waakzaamheid blijft belangrijk.
"Bij risicogroepen kan men via een anaal uitstrijkje, vergelijkbaar met het uitstrijkje van de baarmoederhals bij vrouwen, vroegtijdig afwijkingen opsporen"
De ziekte wordt vaak onderschat of verward met aambeien of een scheurtje, waardoor de diagnose soms laat komt. Wordt anale kanker echter in een vroeg stadium ontdekt, dan bedraagt de vijfjaarsoverleving ongeveer 85 procent. De standaardbehandeling bestaat uit een combinatie van radio- en chemotherapie.
Omdat HPV jarenlang onopgemerkt kan blijven en geleidelijk celveranderingen veroorzaakt die tot kanker kunnen leiden, vormt dat een cruciale kans voor preventie. Bij risicogroepen kan men via een anaal uitstrijkje, vergelijkbaar met het uitstrijkje van de baarmoederhals bij vrouwen, vroegtijdig afwijkingen opsporen. Indien nodig volgt een hogeresolutie-anoscopie om verdachte letsels nauwkeurig te beoordelen. Zo kunnen voorstadia gericht behandeld worden, nog vóór ze evolueren tot kanker. “We hebben een echte window of opportunity om die kanker te voorkomen”, besluit Surmont. “Dat begint met durven praten en met luisteren, ook als het onderwerp ongemakkelijk is.”
Preventie is mogelijk: de HPV-vaccinatie, tegenwoordig standaard aangeboden aan meisjes én jongens in het eerste middelbaar, beschermt tegen de belangrijkste risicotypen.
Voor risicogroepen wordt een anaal uitstrijkje aangeraden om voorstadia tijdig op te sporen.
Alle hierboven beschreven aandoeningen komen aan bod in Surmonts boek Met de billen bloot, dat in het voorjaar van 2026 verschijnt bij uitgeverij Pelckmans. Daarin brengt ze wetenschappelijke inzichten samen met verhalen van patiënten om het taboe rond darm- en anusaandoeningen te doorbreken.
Bio
Dr. Magali Surmont (UZ Brussel/VUB) is gastro-enteroloog, gespecialiseerd in proctologie, perineumpathologie en hoge-resolutie anoscopie. Ze leidt de multidisciplinaire Perineumkliniek van het UZ Brussel, het ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel, en combineert klinisch werk met onderzoek naar anale HPV-infecties, proctologie en functionele gastro-enterologie. Ze is actief in meerdere nationale verenigingen en behaalde in Rennes een bijkomende specialisatie in medisch-chirurgische proctologie.